Botopbouw
Om implantaten te kunnen plaatsen en goed houvast te verkrijgen dient er voldoende bot aanwezig te zijn.
Vaak is er veel bot verloren gegaan, bijvoorbeeld door ontstekingen of doordat het kaakbot is geslonken omdat de tanden en kiezen al langere tijd geleden zijn verwijderd.
Meestal is het mogelijk het botvolume te vergroten door lichaamseigen bot, eventueel gemengd met kunstbot, aan te brengen. Dit wordt na verloop van tijd door lichaamseigen bot vervangen zodat de implantaten stevig verankerd zijn.
Door deze botvermeerderingstechnieken is het tegenwoordig mogelijk op plaatsen te implanteren waar voorheen niet geïmplanteerd kon worden. Tijdens het implanteren wordt dit bot uit de omgeving van het operatiegebied verzameld, of van andere plaatsen in de mondholte. Waneer er heel veel bot nodig is, wordt dit meestal uit het bekkenkam gehaald omdat hier in ruime mate voldoende bot aanwezig is. Deze behandeling kan echter niet poliklinisch gebeuren, hiervoor is een ziekenhuis opname noodzakelijk.