Mondhygiëne

Mondhygiëne

Ter voorkoming van tandvleesaandoeningen en voor het herstel van het tandvlees is een goed mondhygiëne noodzakelijk. Gezond tandvlees is een indicatie van een goede mondhygiëne. Gezond tandvlees is niet rood maar roze en bloedt niet. De mondhygiënist reinigt het gebit en geeft voorlichting en instructie om het gebit gezond te houden.

De mondhygiënisten en preventieassistenten van CPI zijn gespecialiseerd en opgeleid in de ondersteuning van de implantoloog en de parodontoloog. 

Een mondhygiënist is een op HBO-opgeleide paramedicus, werkzaam binnen de mondzorg. De taken die de mondhygiënist uitvoert zijn in eerste instantie gericht op preventie- het voorkomen van cariës (gaatjes in tanden en kiezen) en tandvleesaandoeningen. Daarnaast voert de mondhygiënist ook curatieve taken uit (= gericht op genezing), zoals het behandelen van tandvleesaandoeningen.

Voorbeelden van werkzaamheden van de mondhygiëniste zijn

  1. Het uitvoeren van een mondonderzoek en indien nodig het maken van röntgenfoto's.
  2. Het geven van uitgebreide voorlichting over het ontstaan van cariës, tandvleesaandoenigen en het effect van voedingsgewoonte op het gebit.
  3. Het geven van uitgebreide voorlichting over gebitsverzorging.
  4. Het uitvoeren van een volledige gebitsreiniging, waarbij plaque, tandsteen en aanslag worden verwijderd.
  5. Het uitvoeren van preventieve behandelingen waaronder het aanbrengen van gebitsbeschermende middelen, bijvoorbeeld fluoride en het aflakken van gevoelige tandhalzen.


Daarnaast is in de Wet BIG geregeld dat de mondhygiënist, mits bekwaam en bevoegd, in opdracht van de tandarts, anesthesie (verdoving) mag geven.

De preventieassistente

Een preventie assistente is werkzaam binnen de tandheelkundige gezondheidszorg. De taak van een preventie assistente ligt vooral op het preventie vlak. Dit houdt in dat de mondhygiënische zorg vooral gericht is op het voorkomen van aandoeningen aan het gebit en de daar omheen liggende weefsels. De werkzaamheden van de preventie assistente zijn:

  1. Het geven van voorlichting over het ontstaan van tandvleesaandoenigen en tandbederf.
  2. Het geven van voorlichting over het effect van voedingsgewoonte op het gebit en het adviseren daarover.
  3. Het geven van informatie hoe de mond het beste verzorgd kan worden en welke middelen daar het beste voor gebruikt kunnen worden.
  4. Het verrichten van een eenvoudige gebitsreiniging, waarbij plak, tandsteen en aanslag worden verwijderd.
  5. Het behandelen van gevoelige tandhalzen.
  6. Het afnemen van kweekmonsters voor een bacteriologisch onderzoek.
  7. Het verwijderen van hechtingen.
  8. Het plaatsen van drukknoppen na het implanteren in een onbetande kaak.
  9. Het geven van instructie en het uitvoeren van de reiniging bij patienten met een onbetande kaak met implantaatgedragen overkapping's prothesen.